De Utrechtse historicus Bas van Bavel schreef het boek De onzichtbare hand (2018, Engelse editie met noten dateert van 2016) met als ondertitel Hoe markteconomieën opkomen en neergaan. Het patroon dat hij ziet wordt beschreven in aflevering 17-23 van het artikel ‘Catastrofologie’ in de rubriek Ontwrichting. De zogenaamde factormarkten spelen bij Van Bavel een sleutelrol. De ontwikkelingsgang is: in een al bloeiende economie waar veel onderling vertrouwen, samenwerking en gelijkwaardigheid heerst, komen deze factormarkten op. De hieruit ontstane markteconomie helpt zichzelf vervolgens om zeep, vooral doordat een elite hem voor het eigenbelang kan aanwenden. Het volk verpaupert. Dit wordt samengevat in de figuur bij aflevering 19. Volgens Van Bavel is Nederland vanaf de opkomst van het neoliberalisme opgenomen in de Amerikaanse cyclus en aangezien het met Amerika neergaat, worden wij hierin meegenomen.

In een recensie in de Nederlandse Boekengids van februari 2019 schrijft Nico Wilterdink kritisch over de toepassing van Van Bavels theorie op de recentste geschiedenis. In het korte stuk in het boek, zegt hij, kan van een serieuze toetsing geen sprake kan zijn. Hij mist bovendien een mondiaal perspectief: wat zijn de verschillen tussen landen en regio’s. Maar – is mijn commentaar – als je, zoals Van Bavel, stelt dat deze ontwikkelingsgang universeel is, zou ik zeggen dat hij dit dus wel mag doen. Het is maar hoe je het bekijkt. Zie ook de twee artikelen van Rushkoff in de rubriek Economie.

Zie ook onzichtbare hand van Beëlzebub waarin Adam Smith ter sprake komt, van wie het begrip ‘onzichtbare hand’ afkomstig is. Onder Adam Smith valt de mening van Jane Jacobs hierover te lezen uit haar artikel ‘De natuur van de economie’ in de rubriek Complexiteit. Zie ook nog: arbeidsdeling bij Jane Jacobs.