De arbeidsmarkt, de financiële markt, en de grond- en (onroerendgoed)markt noemt Bas van Bavel tezamen de factormarkten. Elk van de drie kan voor zich tot ontwikkeling komen, maar in de gang van economische ontplooiing voegen deze markten zich gewoonlijk alle drie bij de al bestaande goederen- en dienstenmarkt, zij het niet alle tegelijk en niet overal. Samen met de goederenmarkt heet zo’n economie dan een markteconomie.