Een model is een vereenvoudigde voorstelling van de werkelijkheid. Meestal worden in een model feiten en veronderstellingen door elkaar gebruikt. Een model stelt ons in de gelegenheid de werking van iets te doorzien, ook al missen we bepaalde essentiële gegevens. Men moet een model dus slechts zien als een hulpmiddel om de werking van een proces te verduidelijken en niet als feitelijke verklaring van het proces. Modellen worden in de ecologie gebruikt (zie aflevering 72 in serie 3 van het artikel ‘Wat is ecologie?’). Bij het voorspellen van het weer en vooral van veranderingen in het klimaat spelen modellen een essentiële rol. We komen het tegen in de eerste drie artikelen van het artikel ‘Kroniek van een aangekondigde zelfmoord’. Zie bijvoorbeeld Algemene Circulatie Modellen anno 1980 en vooral bij Lovelock: computermodellen en Gaia, Madeliefjeswereld en klimaatstanden van Gaia. Ook in de artikelen van de rubriek Complexiteit komen we het modelbegrip uitgebreid tegen, want de figuren van het artikel ‘De werking van systemen’ zijn evenzovele modellen. (Zie met name ook de drie vragen in aflevering 6.) Het kantelpunt van Roopnarine (aflevering 22 aldaar) is voor ons het model dat van ultiem belang is.

Er zijn grote verschillen tussen de benadering van Grenzen aan de groei en die van klimaatmodellen. Zonder veel overdrijving, zegt Dennis Meadows in aflevering 3 van het artikel ‘Dennis Meadows over de 50ste verjaardag van Grenzen aan de groei’ in de rubriek Ecologie, kun je stellen dat de IPCC-modellen uitgaan van wat politiek aanvaardbaar is, om vervolgens te proberen de wetenschappelijke gevolgen daarvan in kaart te brengen, terwijl wij keken naar wat wetenschappelijk bekend was en pas dan probeerden de politieke gevolgen daarvan te achterhalen. In de IPCC-modellen blijven veel zaken buiten het basismodel. Wij hebben juist ons uiterste best gedaan om de belangrijke parameters tot een onderdeel van ons model te maken. Dit betekent dat het model in de loop van de tijd evolueert in reactie op veranderingen die zich binnen het model voordoen. Het IPCC-scenario vertelt ons alleen iets over klimaatverandering, en gaat niet in op andere kwesties. Wij probeerden een alomvattend kader te schetsen. Het zijn dus allebei nuttige pogingen, alleen zijn ze totaal verschillend.

In cognitieve zinsbegoocheling wordt gesteld dat modellen waarmee we werken, altijd verzinsels zijn, voor verbetering vatbaar. Zie daarover ook modelsystemen modelleren.

Steve Keen constateert in het artikel ‘Onze complexe wereld’ in de rubriek Complexiteit dat de gangbare economische wetenschap helemaal niet door heeft dat de economie een complex systeem is met bijbehorende eigenschappen. Keen heeft in aflevering 9 deze proberen te vangen met zijn ‘Minsky-model’. De werkelijk waargenomen verschijnselen komen in dit model verrassend genoeg allemaal naar voren, compleet met ‘emergente eigenschappen’ (die dus niet middels aannames of formules in het model zijn ingebouwd). Die nieuwe eigenschappen emergeren uit de interacties tussen de systeemvariabelen: in dit geval tussen de werkgelegenheidsgraad, het loonaandeel van het bbp en het niveau van de particuliere schuld in verhouding tot het bbp. Als tweede emergente eigenschap noemt hij ‘dat cycli afvlakken en vervolgens aanzwellen naarmate de crisis nadert’. Zie ook vreemde aantrekker en Minsky-model van Steve Keen.

De visie van Jane Jacobs op de economie van de stad is een model. In feite zijn zelfs de fasen van ontwikkeling van een samenleving van respectievelijk Ibn Khaldun, Giambattista Vico en John Bagot Glubb in aflevering 2-13 van het artikel ‘Catastrofologie’ in de rubriek Ontwrichting modellen.

Een eigenschap van modellen is dat ze getoetst kunnen worden. Stop je, als je die hebt, de gegevens van de variabelen van een ver verleden in een klimaatmodel dat we nu in de computer hebben zitten, dan moet dat model de verandering van dat historische klimaat juist voorspellen, anders deugt het niet. Het probleem zal vaak zijn dat we niet over de precieze informatie bij alle variabelen in dat verleden beschikken. Maar hoe beter die zijn, hoe beter je je model ook weer kunt maken. Zodat we kunnen hopen dat het de huidige manier waarop de klimaatverandering zich ontwikkelt, ook juist voorspelt.

In aflevering 24 van het artikel ‘Piekolie’ in de rubriek Energie is sprake van een vraag- dan wel aanbodgestuurd prijsmodel van olie. En in aflevering 17-18 van het artikel ‘De economie van piekolie’ in de rubriek Energie is sprake van een model van olie-aanbod in tijden van piekolie. Solow stelde een model op dat economen greep gaf op het verschijnsel van economische groei. Ook de groeivergelijking met twee variabelen, arbeid en kapitaal, die Robert Solow opstelde om greep te krijgen op het verschijnsel van economische groei, is een model. Zie aflevering 3 van het artikel ‘De economie van piekolie’ in de rubriek Energie.

Zie ook Zwarte zwaan en Onbekende onbekenden.