In het artikel ‘De samenstelling van systemen’ wordt in aflevering 1 vastgesteld dat alle systemen de volgende kenmerken delen:

  • Inputs in de vorm van energie, materie en informatie.
  • Outputs zoals diverse soorten werk en afval, ook weer in de vorm van energie, materie en informatie, waarbij het verschil in tempo tussen inputs en outputs een vertraging kan geven.
  • Grenzen en afbakening, waarbij systemen zelf steeds onderdeel zijn van grotere systemen en ook kleinere omvatten, en waarbij de scheidslijnen tussen wat tot het systeem behoort en wat erbuiten valt soms onduidelijk zijn en altijd poreus.
  • Terugkoppelingen, positief en negatief, die ook wel versterkend en beperkend (of balancerend) genoemd worden.
  • Stromen vanuit en naar de omgeving (het milieu).
  • Fondsen/voorraden van voedingsstoffen en grondstoffen in allerlei vormen, die al dan niet weer aangevuld worden (door natuurlijke processen).
  • En dan is er nog emergentie, het verschijnsel van het tevoorschijn komen van systeemeigenschappen die niet zijn toe te schrijven aan een van de onderdelen van het systeem.

Het artikel ‘De samenstelling van systemen’ loopt ze stuk voort stuk langs. En in het artikel ‘De werking van systemen’ komt de wisselwerking ertussen aan de orde, met ook grafische voorstellingen daarvan. In beide artikelen komen nog verschillende andere systeemkenmerken aan de orde. Zie nu verder bij systeem en ontwikkeling.