Als het systeem van de biosfeer van de aarde een omslagpunt (‘tipping point’) bereikt, krijgen we een plotselinge verandering in de toestand van dat systeem. De wetenschapper Peter Roopnarine wijst (in het Paradigmaboek Meer!) hierbij vier cruciale eigenschappen aan. In de eerste plaats kan de drijvende kracht stapsgewijs zijn werk doen via een glijdende schaal van intensiteit zonder tot veel veranderingen in het systeem te leiden. In de tweede plaats is er een punt waarop de volgende stapsgewijze verandering van de drijvende kracht resulteert in een belangrijke wijziging van de toestand van het systeem. De laatste druppel doet de emmer overlopen en het systeem ‘slaat om’. In de derde plaats is er de kwestie van de intensiteit: er is minder nodig om de verstoring te doen plaatsvinden dan er nodig is om de verstoring af te wenden. Tot slot, twee soortgelijke toestanden kunnen toch verschillend reageren, dat wil zeggen: gevoelig zijn voor initiële omstandigheden. En omdat we systemen onvoldoende kennen, verbaast het ons maar al te vaak als er plotseling verandering plaatsvindt. In dit verband baart vooral de opwarming van de aarde de wetenschappers zorgen; en ook dat tussen een kwart en viertiende van alle primaire productie op aarde soortenarme agrarische teelt is; evenals wat er gebeurt met de temperaturen en de zuurgraad van oceanen. Roopnarine ziet als basis de bevolkingsomvang en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen als dé twee bepalende factoren. Zie de afleveringen 21 en 22 van het artikel ‘De werking van systemen’ in de rubriek Complexiteit. Zie ook omslagpunt in het algemeen (waar de verdere links te vinden zijn), niet-lineaire wereld en verrassende systemen. Zie verder aflevering 5-7 van de inleiding bij de rubriek Complexiteit: ‘Biofysische grenzen: tomeloze complexiteit’.