In het artikel ‘Onze complexe wereld’ in de rubriek Complexiteit constateert Steve Keen dat Lorenz’ ontdekking van het ‘vlindervleugelslageffect’ de natuurwetenschappen sterk heeft beïnvloed, maar de economische wetenschap helemaal niet (aflevering 6). Daarom zagen de economen bijvoorbeeld de crisis van 2007-2008 niet aankomen. Steve Keen maakte de kernverschijnselen die de crisis veroorzaakten wel vooraf zichtbaar met behulp van een zelfgemaakt, zeer eenvoudig, fundamenteel niet-lineair, complex-systeemmodel van de economie, dat hij voor het eerst in 1992 ontwikkelde. Op basis daarvan waarschuwde hij vanaf december 2005 dat er een crisis op til was. Hij somt de verschijnselen op in aflevering 7.

Keen vernoemde zijn model naar Hymen Minsky. De econoom Minsky (1919-1996) stelde dat ‘het noodzakelijk is om een economische theorie te hebben die grote depressies tot één van de mogelijke toestanden maakt waarin ons type kapitalistische economie zich kan bevinden.’ Dat leverde een theorie van systemische instabiliteit van het kapitalisme op waarover Keen schrijft in aflevering 8. Het proces van Minsky kan in een uiterst eenvoudige causale keten gevangen worden: 1. kapitaal bepaalt output; 2. output bepaalt werkgelegenheid; 3. de werkgelegenheidsgraad bepaalt de verandering van de loontarieven; 4. de output minus de lonen en de rentebetalingen bepaalt de winst; 5. de winstvoet bepaalt het niveau van de investeringen, hetgeen overeenkomt met de verandering in kapitaal – wat ons weer terugbrengt naar het startpunt van deze causale keten; en 6. het verschil tussen investering en winst bepaalt de verandering in de (particuliere) schuld.

In aflevering 9 beschrijft Steve Keen de uitkomsten van zijn ‘Minsky-model’ van deze causale keten voor de economie. De werkelijk waargenomen verschijnselen van stijgende schulden, aanvankelijk afnemende en vervolgens toenemende cycli, en een verschuivende inkomensverdeling van arm (werknemers) naar rijk (bankiers) komen in een simulatie van dit model verrassend genoeg allemaal naar voren (figuur 4), compleet met ‘emergente eigenschappen’ (die dus niet middels aannames of formules in het model zijn ingebouwd). Die nieuwe eigenschappen emergeren uit de interacties tussen de systeemvariabelen: in dit geval tussen de werkgelegenheidsgraad, het loonaandeel van het bbp en het niveau van de particuliere schuld in verhouding tot het bbp.

Het model laat ten eerste zien dat de werknemers en niet de bedrijven uiteindelijk voor de schuldenlast opdraaien (en de bankiers erbij winnen), en ten tweede dat de cycli eerst afvlakken om vervolgens des te sterker aan te zwellen (aflevering 10). Het samenspel eindigt met een hoger schuldniveau dan na de vorige cyclus.

De chaotische dynamiek als uitkomst Minsky-model van Steve Keen moeten we, zo schreef hij al in 1992, opvatten als een waarschuwing om een periode van relatieve rust in een kapitalistische economie als niets anders dan een stilte voor de storm aan te zien. Tot zijn grote verbazing begon de echte wereld vervolgens zijn model na te bootsen. Hij schrijft daarover in aflevering 14 en 15. Vanaf 1980 ging elke nieuwe recessie gepaard met een lagere piek in de werkloosheid en elke nieuwe hausse met een lagere piek in de inflatie, terwijl de particuliere schuld veel sneller steeg dan het bbp – zie figuur 5 in het artikel. De neoklassieke economen bestempelden dit verschijnsel als een rechtvaardiging van hun economische theorie. Maar het was juist de voorbode van een toekomstige crisis. En die kwam ook, in 2007. De microgrondslagen van de neoklassieke economen blijken ondeugdelijk.

Dat cycli afvlakken en vervolgens aanzwellen naarmate de crisis nadert, is een tweede emergente eigenschap, een verschijnsel ontdekt in de vloeistofdynamica, dat eigenlijk alleen volledig in wiskundige termen uitgelegd kan worden. Keen doet echter zijn best dit niet-lineaire gedrag toch in woorden te beschrijven, namelijk in aflevering 10, 11, 12 en 13 . Daarbij worden de termen eigenwaarden en eigenvectoren geïntroduceerd, die de positie ten opzichte van het evenwicht bepalen. Neem voor je hierin duikt eerst een kop koffie, is zijn advies.

Zie hiervoor terugkoppelingen bij economen en vervolgens micro-economische of macro-economische grondslag voor macro-economie.