Als er leven is op Mars zullen de organismen de atmosfeer wel moeten gebruiken als bron van grondstoffen en als plek om afval kwijt te raken – de atmosfeer is immers het enige mobiele medium op Mars. De planeet blijkt dichtbij het chemisch evenwicht te zitten. Dus kan er geen uitbundig leven kan zijn. De Aarde is de planeet om dit aan te toetsen. Want we weten zeker dat er leven is en dat de atmosfeer ver uit het evenwicht is. Vanuit deze invalshoek begon James Lovelock na te denken over het leven op Aarde. We lezen erover in het artikel ‘De Aarde als levend systeem – Gaia in hittestand’ in de rubriek Ontwrichting.

De natuurlijke kans op zo’n gebrek aan evenwicht is astronomisch klein, en dus is er hier iets bijzonders aan de hand. Hij kwam eind jaren ’60 van de vorige eeuw met de Gaia-hypothese, die stelde dat de samenstelling van de atmosfeer op aarde in een dynamische stationaire toestand wordt gehouden door de aanwezigheid van leven. Sterker nog, als organismen de samenstelling van de atmosfeer kunnen beïnvloeden, dan kunnen ze misschien ook het klimaat op aarde reguleren om dat gunstig te laten blijven voor het leven op aarde.

Begin jaren ’70 maakte Lovelock kennis met Lynn Margulis, die het belang liet zien van de micro-organismen in de evolutie van onze planeet. Dat was meteen haar grote bijdrage aan het Gaia-concept. De aardwetenschappen, onder andere in de persoon van James Walker (Yale), verwierp de Gaia-hypothese omdat de geochemie voldoende verklaring zou bieden. Zo kwam Walker met een mechanisme op de proppen waarbij verwering, vulkanen en tektoniek de temperatuur op aarde en een rijk voorkomen van kooldioxide stabiliseerde, en die geochemische verklaring voldeed volgens hem en zijn vakgenoten heel goed. Maar organismen (zoals mossen) reageren ook op een temperatuurstijging, namelijk door sneller te groeien, stelde Lovelock. De planten nemen kooldioxide uit de lucht op en versterken de verwering.

Kooldioxide uit de lucht halen verlaagt dan weer de temperatuur en zo stelt het systeem zich in op een dynamisch evenwicht dat zich beweegt rond de optimale omstandigheden voor plantengroei. In de oceaan gebeurt iets dergelijks. Het hele proces kun je biogeochemische verwering noemen; het is een Gaia-mechanisme. Zie aflevering 4.

Later kwam Lovelock, vanwege de kritiek van Dawkins, erop uit dat alle organismen samen met de lucht, de oceaan, het gesteente aan het aardoppervlak, alles bij elkaar de regulatie voor hun rekening nemen. En nu we het systeem verstoren met onze CO2-uitstoot doen we juist het experiment waaruit kan blijken dat deze hypothese klopt. Maar dat valt ook al eenvoudig te modelleren met ‘de Madeliefjeswereld’.

Zie nu bij madeliefjeswereld en dan verder bij Gaia van hypothese naar theorie en klimaatstanden van Gaia. Zie ook nog computermodellen en Gaia, Gaia en de energiebossen en het klimaat en onder- en een boven-temperatuur bij organismen.