Dit kader laat zien hoe rente (interest) de korte termijn voorrang geeft. Het wordt uitgebeeld in dit plaatje.

5.1

Wat zou u doen als u de keuze had tussen twee projecten: het aanplanten van een bos dennen of van een bos eiken? De dennen kunnen na tien jaar geoogst worden. De opbrengst per boom is €100. De eiken kunnen pas na honderd jaar worden geoogst en de waarde per boom is dan €1.000. Met deze veronderstellingen kunnen we de twee investeringen eerlijk vergelijken, want men kan de dennen om de tien jaar oogsten en herplanten en dan uitkomen op dezelfde €1000 in honderd jaar. (Hierbij doen we ook of het planten en oogsten van tien dennen evenveel werk is als van één eik.)

Nu zetten we onze financiële bril op. Zet je bij een rente van 5% bijvoorbeeld €61,39 op een gegarandeerde bankrekening dan wordt dat in tien jaar automatisch €100. Daarom is €100 aan dennen over tien jaar slechts gelijk zijn aan €61,39 vandaag.

Als de belegger dus vraagt: “Wat zijn deze twee investeringen gezien vanaf vandaag waard?” dan hangt het antwoord af van de rente die van toepassing is. Met een rente van 5% is gezien vanaf vandaag €100 in tien jaar tijd €61 waard. Met diezelfde rente van 5% is de waarde van de toekomstige eik van €1.000 vandaag slechts €7,60. Dit verschil in waarde is louter en alleen te wijten aan de rente op het geld dat gebruikt wordt om de investeringen te financieren.

Dit verklaart waarom er momenteel veel commerciële interesse is in het oogsten van oude bossen (en natuurlijk kapitaal in het algemeen), maar zeer weinig in het planten van bomen die langzaam volgroeien. Dit verschil verklaart in het algemeen ook waarom onze samenleving moeite heeft met het denken aan de spreekwoordelijke zevende generatie. Iedere ‘rationele belegger’ wordt door het karakter van rente op ons geld vooral geprogrammeerd om zich te richten op de korte termijn.

Zie verder bij Negatieve rente (of demurrage).