De tweede wet van de thermodynamica (de entropiewet) heeft voor ons nogal wat consequenties. Deze wet regelt alle energie- en materiaaltransformaties in alle subsystemen van de ecosfeer, met inbegrip van de menselijke economie en dat betekent dat een almaar groeiende economie uiteindelijk zichzelf vernietigt: ze voedt zich met nuttige energie/materie die eerst door de natuur is geproduceerd en geeft deze als nutteloos, vaak giftig, afval terug aan de ecosfeer. Zie hierover aflevering 9 van het artikel ‘Eindspel: de economie als ecologische ramp en wat er moet veranderen’ in de rubriek Economie.

Zowel de economie als de ecosfeer zijn zelforganiserende, zich ver van evenwicht bevindende dissipatieve structuren – maar met een belangrijk verschil. Groene planten, als de producenten van de ecosfeer, ‘voeden’ zich met een bron van hoogwaardige energie van buiten onze planeet, de zon. Fotosynthese is de thermodynamische motor van het leven. Negatieve terugkoppelingen – bijvoorbeeld ‘roofdier-prooi’-relaties, ziektes, tijdelijke schaarste – houden de populaties van zowel de producerende als de consumerende organismen in toom, zodat het hele systeem functioneert in een dynamische, ‘ver van evenwicht’ steady state (stationaire staat).

Dood organisch materiaal wordt volledig gerecycled. Kortom die buitengewone verzameling van zichzelf in stand houdende lokale orde die we ecosfeer noemen, bestaat ten koste van toegenomen entropie elders in het universum.

Het menselijk project functioneert daarentegen als een losgeslagen superconsument. Als een volledig afgebakend, groeiend subsysteem van de niet-groeiende ecosfeer produceert de industriële samenleving – opgezweept door fossiele brandstoffen en het principe van het maximaal vermogen – zichzelf middels overexploitatie van diezelfde ecosfeer. Bovendien heeft de technologie negatieve terugkoppelingen – zij het tijdelijk – geëlimineerd, zodat er geen rem zit op de groei van dit menselijke subsysteem.

De mondiale menselijke samenleving heeft zich dus verheven tot een uitermate geordende, complex gestructureerde, niet-stationaire ‘ver van evenwicht’-toestand door, als een parasiet, in een steeds hoger tempo energie/materie te verbruiken die aan de ondersteunende ecosystemen wordt onttrokken, en een groeiende stortvloed van hoogentropisch afval terug in de ecosfeer te lozen. Een groot deel van deze afvalstroom bestaat uit niet-recyclebare, voorheen onbekende synthetische stoffen, die vaak giftig zijn of het leven anderszins vijandig gezind. Het menselijk project is inherent zelfvernietigend. De entropiewet kent geen uitzonderingen.

Zie ook tweede wet volgens Rees en complexiteitstheorie volgens Rees.