Een stelletje redelijk pientere, uiterst sociale apen heeft zich toegang weten te verschaffen tot een wijnkelder vol fossiele energie en is daarmee 150 jaar lang aan de zwier geweest. De omstandigheden op het feest laten zich echter niet verenigen met de biofysische realiteit van de planeet. Dus loopt het feest zo’n beetje op zijn einde, en als de ochtend aanbreekt, zullen we met radicale veranderingen in onze levensstijl geconfronteerd worden. Wat gaan we doen? Hiermee eindigt het artikel ‘Economisch denken voor de toekomst – voorbij het superorganisme’ in de rubriek Economie.

Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw ‘losten’ wij onze problemen op door schuld te gebruiken om de consumptie naar voren te halen, te globaliseren en de productie uit te besteden naar de lagelonenlanden. In 2008 botsten we op de grenzen van conventionele financiering met als reactie kunstmatig lage rentetarieven, kwantitatieve verruiming, verruiming van de balansen van centrale banken en diverse bbp-vriendelijke veranderingen in de regelgeving. De voortdurende toename van de mondiale schuld maakte het mogelijk om toegang te krijgen tot duurdere grondstoffen-tranches, tot meer sociale programma’s, tot goedkope financiering voor hernieuwbare energie. We bereiken nu het punt waar onze mondiale monetaire representaties van de werkelijkheid steeds verder ontkoppeld raken van hun onderliggende biofysische realiteit. Maar vanwege onze culturele energieblindheid zien we dit nog niet duidelijk. Alle regeringen en grote instellingen op de wereld zijn nog ingesteld op groei.

Toch moeten we ons voorbereiden om te leven op een veel lager energieniveau, waarbij we onze resterende laagentropische energie en hulpbronnen bewust inzetten voor de opbouw van een hernieuwbare infrastructuur en een samenleving die grotendeels is gebaseerd op ecosysteemstromen. De 21ste eeuw zal het verhaal zijn van dalende energiekwaliteit en stijgende energiekosten. We kunnen die toekomst niet precies voorspellen, maar we kunnen wel met een toenemende mate van zekerheid stellen wat er niet zal gebeuren. Het is onwaarschijnlijk:

• dat we de wereldeconomie verder kunnen laten groeien en tegelijkertijd klimaatverandering (afname van CO2) kunnen oplossen of een zesde massa-extinctie kunnen voorkomen.

• dat we de wereldeconomie verder kunnen laten groeien terwijl we koolwaterstoffen vervangen met koolstofarme energie.

• dat we massaal voor politieke partijen zullen kiezen die de resterende koolstofverbindingen in de grond willen laten zitten.

• dat leiders het einde van de groei omarmen of zich er in elk geval op voorbereiden voordat het plaatsvindt.

In aflevering 23 en volgende doet Nate Hagens dan nog een aantal voorspellingen hoe dit zich financieel zal uiten. De mens is ongewild verstrikt geraakt in de koolstofval. We moeten daarbij, tot slot, klimaatverandering niet opvatten als het voornaamste systeemrisico waarvoor onze beschaving zich geplaatst ziet, maar als symptoom van een veel bredere verstoring. Samenlevingen moeten zich net zo goed fysiek en psychologisch instellen op een toekomst met minder krediet, minder complexiteit en een lagere energetische en materiële doorvoer. En op: hoe er een nieuw economisch systeem uit deze Grote Simplificatie kan voortkomen dat gebaseerd is op de biofysische realiteit. Hierop moeten de heterodoxe economische ideeën en de onderzoeksagenda van het vakgebied van de ecologische economie zich gaan richten. Het is een terugkeer naar een economie van vroeger toen we ook heel tevreden konden zijn. Het is de overgang die zo eng is en zo moeilijk zal zijn.