De cyclus van groei, ineenstorting, reorganisatie en herstel verschaft de ecosystemen de mogelijkheid zich over langere termijn aan een voortdurend veranderende omgeving aan te passen. Dat is de kern van de theorie van de panarchie. Het gaat om groei en stabiliteit aan de ene kant en verandering en diversiteit aan de andere. De cyclus is zowel op behoud als op vernieuwing gericht – een typisch kenmerk van alle hoog adaptieve systemen. Panarchie is het onderwerp van het gelijknamige artikel in de rubriek Ontwrichting. Het bijbehorende driedimensionale beeld om de relatie tussen het groeiende potentiaal en verbondenheid enerzijds en de afnemende veerkracht van een systeem anderzijds weer te geven vindt u in aflevering 5 van de inleiding bij 4eco. Het beeld heeft veel weg van een verwrongen acht of een lemniscaat die vrij in de ruimte zweeft. In de voorgrond bevindt zich de groeifase: wanneer het potentiaal en de verbondenheid van het systeem toenemen, zal deze curve omhoog bewegen. Maar naarmate de veerkracht van een systeem afneemt, zal ook de curve in de driedimensionale ruimte een voorwaartse beweging – naar de kijker toe – te zien geven. Dit deel van de adaptieve cyclus heet de ‘voorlus’. Het geeft een proces van geleidelijk toenemende complexiteit weer. Op de top van de curve stort het systeem in. Wanneer het systeem in de dalende ‘achterlus’ is aanbelandt, gaan de zaken ineens heel snel. Daar maakt het systeem een snel proces van reorganisatie door, alvorens het opnieuw aan zijn lange, trage groeiproces begint. Zie ook aflevering 85-87 van serie 3 van het artikel ‘Wat is ecologie?’. Zie ook milieuverontreiniging.