Energiestaat is een onderscheid in de verschijningsvormen van energie. Van hoog naar laag zijn de energiestaten: vloeibaar (olie), gasvormig (aardgas), vast (hout, steenkool, teerzand, olieschalie) en een drukveld (windenergie) of stralingsveld (kernenergie/zonne-energie). Een handige vuistregel is dat conversie van een lagere staat naar een hogere altijd gepaard gaat met een conversieverlies en dus een lager EROI. Daarbij geldt dat hoe meer stappen je de energiestaat opkrikt hoe groter het conversieverlies is. (Dit verdoezelt een beetje dat druk- of stralingsvelden weliswaar weinig geschikt zijn om in een hogere energiestaat te converteren – wat meteen verklaart waarom het zo lastig is om overtollige wind- of zonne-energie zonder een aanzienlijk conversieverlies op te slaan – maar er heel goed in slagen om elektriciteit op te wekken. En elektriciteit is de hoogste en dus ook duurste vorm van energie die we kennen.) Lees hierover in aflevering 9 van het artikel ‘Energie – wat is het eigenlijk?’ in de rubriek Energie.