De pap van Goudlokje mocht niet te warm zijn en ook niet te koud; hij moest precies goed zijn. Evenzo moet de vrijheid die een systeem krijgt om te opereren precies goed zijn. Alleen dan gaat dat opereren op de meest open, dynamische en adaptieve manier. In systeemjargon heet dit ‘op de rand van de chaos’, oftewel op de scheidslijn tussen een systeem dat te star is, met te weinig armslag om nieuwe gedragsregels uit te proberen, en een systeem dat zoveel vrijheid heeft dat zo’n beetje alles mogelijk is en het feitelijk chaotisch is. Dit principe komt aan de orde in aflevering 19 van het artikel ‘De samenstelling van systemen’ in de rubriek Complexiteit. Zie over het goudlokje-syndroom aflevering 23-24 van het artikel ‘Piekolie’ in de rubriek Energie. Westbroek stelt in aflevering 7 van het artikel ‘De aarde leeft!’ in de rubriek Ecologie de vraag: hoe kan het dat er maar een spoortje koolzuurgas (CO2) in de atmosfeer zit, precies genoeg om het klimaat te reguleren? De aarde is ver verwijderd van het thermodynamisch evenwicht en houdt zijn toestand al drie of zelfs vier miljard jaar in stand.